Data en privacy: 3 gemeenten aan het woord
28 jan. 2020
Op 28 januari is het internationale dag van de privacy, een Europees initiatief om mensen bewuster te maken van data en privacy. Op mobiliteitsvlak kan data erg nuttig en belangrijk zijn; het helpt een gemeente -of bedrijf- een betere dienstverlening te bieden. Iedere organisatie doet dat op zijn eigen manier. Drie dataspecialisten aan het woord: Niels Wiersma (Eindhoven), Frank van den Bosch (Helmond) en Jeroen Weekers (Eersel).
Hoe is het databeleid intern georganiseerd?
Niels: “Het is aan de overheid om alles goed te regelen als het gaat om data, dat gaat verder dan wetgeving. We moeten ook kijken de belangen van mensen en van bedrijven. Hierbij komen etische discussies naar boven. En ook op een praktisch niveau, moeten we bijvoorbeeld kijken naar het beveiligen van de data die we verzamen en transparantie bieden hierover. Dit raakt dan ook de hele organisatie, want bijna iedereen werkt met data. Gemeente Eindhoven heeft een afdeling die de hele organisatie meer bewust maakt én ook belangrijke zaken zelf op pakt. Dat is een behoorlijke opgave! Onze grootste bevinding: het helpt als je werkt vanuit een positieve benadering: ‘hoe kan iets wél?’”
Frank: “Gemeente Helmond heeft ook een specifieke afdeling die zich hierop richt, maar voor zover ik weet hebben we nog geen duidelijk beleid dat verder gaat dan de wetgeving. Daar zie ik wel een enorme urgentie. We halen enorm veel data binnen en proberen vaak data van de ene dienst ook te combineren met een andere dienst. Daarbij kijk ik ook naar een grotere discussie in het werkveld. Zo’n Data top 15 is leuk, maar het roept ook vragen op: hoe verzamel ik die data? In welke vorm? Ik mis een kader. Helmond werkt aan één platform waarop alle sensoren gecombineerd worden, een eigen data platform. Zoiets wil je landelijk ook. Er zijn nu veel verschillende initiatieven en data bronnen, maar niet één compleet platform.”
Jeroen: “Wij hebben ook enorm behoefte aan beleid, bijvoorbeeld rondom de bruikbaarheid van data. We meten luchtkwaliteit en geluid, die data wil je ook ergens anders voor in kunnen zetten. En zoals Frank ook al aangeeft: standaardisering. Als je dan data breder gaat gebruiken, wil je dat het allemaal in dezelfde ‘taal’ staat, zodat je ze kunt vergelijken of samenvoegen.
Er zijn landelijke werkgroepen georganiseerd vanuit de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), die onder andere hieraan werken. Zelf zit ik in twee werkgroepen; standaardisering van de data en standaardovereenkomsten met dataleveranciers. Het is interessant omdat je samen met andere gemeenten werkt aan een soort sjabloon dat iedereen kan gebruiken. En uiteraard wil ik die zelf dan ook gaan gebruiken voor Eersel.”
Welke tools gebruik je om data beleid intern goed door te voeren?
Niels: “Er zijn tal van tools online beschikbaar die veel dataspecialisten gebruiken, ongetwijfeld ook onze collega’s. Tools bijvoorbeeld die organisaties helpen handen en voeten te geven aan de wetgeving, denk aan de DPIA. Daarbuiten gebruiken wij ook ook nog het Norea Framework (15 vragen om je bewust te maken van datagebruik), Deda (een etisch compas voor het gebruik van data) en wordt er ook veel gedaan om collega’s meer bewust te maken van data en privacy, bijvoorbeeld een kennisquiz.
Jeroen: “Eersel heeft ook een data bewustwording programma, dat iedere twee maanden weer iets organiseert. Bijvoorbeeld cursussen, workshops, gastcolleges en e-learnings.”
Voorbeelden van data in de openbare ruimte (verkeer-gerelateerd)
Frank: “Wij kijken hier vooral heel praktisch naar. In algemene zin willen we data altijd breder inzetten en dus de data van verschillende diensten combineren. Soms vergt dat afspraken. We kijken daarbij heel specifiek naar wat interessante combinaties zijn en die pakken we dan op. Maar in het kader van de privacy wetgeving zijn hier nog geen specifieke aanpassingen op gedaan.”
Niels: “Eén van onze verkeerssensoren maakte gebruik van een camera. We hebben dat laten aanpassen naar een warmtecamera, omdat we voor die verkeersdienst geen persoonsgegevens (zoals een gezichtsopname) nodig hebben.
Samen met het Kadaster werken we aan een openbaar sensorenregister waarin alle sensoren in Eindhoven zichtbaar zijn, plus welke data zij opslaan. Zo kan iedereen inzien welke data waar verzameld wordt, en hoe die wordt gebruikt. En bij nieuwe projecten hanteren we privacy by design. We verzamelen alléén de data die we echt nodig hebben en richten het hele project zo in dat de privacy zoveel mogelijk gewaarborgd blijft.”
Jeroen: “Data brengt ook heel nieuwe mogelijkheden! Als je data van meerdere jaren combineert, heb je een beter beeld van de drukte op specifieke momenten, bijvoorbeeld rondom evenementen. Je kunt dan tijdelijke parkeerplaatsen inrichten om drukte op te vangen. Of handhaving een automatisch signaal geven wanneer een auto te lang op een kort parkeren plek staat.
Natuurlijk is data veel breder bruikbaar, ook kijkend naar vervoersstromen en hoe mensen zich bewegen. Binnenkort krijgen wij een passantenteller- die registreert voetgangers, fietsers, automobilisten…. Alle passanten! En ja, dat is geanonimiseerd. Er zit een camera in dat systeem, maar de beelden worden niet opgeslagen, echt alleen anonieme data wordt geëxporteerd.”
Samenwerken met bedrijven die anders met data omgaan (bijv. business model op basis van data)
Niels: “We hebben een ‘open data beleid’; we willen data zoveel mogelijk hergebruiken voor verschillende toepassingen. De data uit de openbare ruimte is van iedereen en dus ook voor iedereen. Dit is echter een uitgangspunt, geen harde regel. Het is een principe, tenzij… We hebben dan ook oog voor andere belangen; privacy, commercieel belang… Dat maakt dat ieder project weer maatwerk is.”
Frank: “Bij ‘verkeersdata’ selecteren wij vooral op de technische mogelijkheden; dat je wat verder terug kunt kijken, en dat het bruikbaar wordt voor beleidsinformatie. Die data krijgen we dan inderdaad wel geanonimiseerd aangeleverd. We maken steeds vaker ook de afspraak dat de gemeente eigenaar van de data is, zodat we verschillende databronnen kunnen combineren en daar het verkeerssysteem slim op kunnen inrichten. Liever zou ik dat landelijk georganiseerd hebben, bijvoorbeeld bij de NDW. In Helmond hebben we nu 60 verkeerslichten die data opleveren, die zouden we graag beschikbaar stellen voor een landelijk platform. Tegelijkertijd snap ik ook dat commerciële belangen van bedrijven dat nu niet mogelijk maken.”
Jeroen: “Er is een consortium SamenSlim waarin de gemeente Eersel, bedrijven en kennisinstellingen gezamenlijk uitgangspunten hebben benoemd. SamenSlim ontwikkelt een blauwdruk voor ‘de slimme gemeente’.
De inkoop van sensoren gaat bij ons enkel bij bedrijven uit dat consortium, die zich gecommitteerd hebben aan een bepaalde manier van data delen. Het gaat daar bijvoorbeeld over machine leesbaarheid, het eigenaarschap van de data bij de gemeente en dat data geanonimiseerd is. Er zijn ook een aantal harde no-go’s benoemd; geen camera’s in het straatbeeld, bijvoorbeeld.”